Belangenvereniging Stationsweg
Zuidzijde Maarssen
Inspraak Commissie ruimtelijke ordening 13-12-1999 over MMB
Geachte leden van de commissie,
Mijn naam is Stegeman, ik spreek hier als voorzitter van de
belangenvereniging Stationsweg Zuidzijde.
Binnenkort zal de naam van onze vereniging zondermeer Stationsweg luiden.
Recent hebben bewoners de krachten gebundeld, ingegeven door een algemeen
gedragen onvrede over het gevoerde bouwbeleid van de gemeente.
Opnieuw sta ik dus hier voor U, om U ernstig te vragen af te zien van het
verlenen van Uw medewerking aan het buitensporig bebouwen van de
maarsserbruglocaties.
Maar in de eerste plaats het volgende:
Thans start de periode waarin schriftelijke inspraak van bewoners op
het voorontwerp bestemmingsplan mogelijk is. Deze periode loopt tot 13
januari 2000. Gezien de omvangrijke hoeveelheid stukken die wij dienen
door te werken, het feit dat wij onze achterban moeten informeren en
raadplegen en het feit dat wij juridisch advies zullen dienen in te winnen
is deze termijn te kort. Zeker in het licht van de komende feestdagen. Wij
vragen U derhalve dringend de inspraaktermijn te verlengen met 1 maand tot
13 februari 2000.
Er is in de afgelopen weken veel en genuanceerd door de bevolking van
Maarssen over het onderwerp gesproken. Opnieuw heeft het gemeentebestuur
naar mijn mening niet willen horen en presenteert een voorontwerp
bestemmingsplan waarin uit niets blijkt dat men zich bewust is van de
grote onvrede en oprechte zorg die er breed gedragen bij de Maarssense
bevolking leeft.
De inhoud van het ontwerp bestemmingsplan dekt de lading van de
samenwerkingsovereenkomst. Er zijn geen aanpassingen geschied. Er is dus
niets gedaan met de grote hoeveelheid kritiek die is geuit door bewoners.
Het kan daardoor helaas niet anders dan dat nu de toon harder wordt.
Mijn conclusie van de gebeurtenissen van de laatste weken is duidelijk
en hard:
Dit college is door de ingezette procedure willens en wetens uit op een
conflict met bewoners.
Door het bewust achterwege laten van voorinspraak; door het al tekenen
van de samenwerkingsovereenkomst; door het willen voeren van een art.19
procedure en nu door het presenteren van een voorontwerp bestemmingsplan
dat alle mogelijkheden tot intensieve bebouwing open laat, wil dit college
bewust de mogelijkheden van de bewoners om invloed uit te oefenen op de
planvorming beperken tot dat wat wettelijk is voorgeschreven.
En dit alles zonder onderbouwing van het nut en de noodzaak van het
bouwen.
En waartoe leidt dit nu:
We hebben de afgelopen weken helaas alleen kunnen horen waar de inwoners
van Maarssen massaal tegen zijn. Het lijkt wel alsof ze overal tegen zijn.
Het tegendeel is waar.
De inwoners van Maarssen willen juist graag laten zien waar men voor is.
Een eigentijdse kleinschalige invulling van de spaarzame groene plekken en
het behoud van het karakter van het dorp.
Er is echter geen gelegenheid te vertellen waar men voor is. En dat is een
gemiste kans.
Het college hanteert het conflictmodel en wil sterk staan wanneer
straks het touwtrekken begint. En dan kan het alleen nog maar gaan over
wat huizen minder; een woonlaagje eraf en een slootje erbij. Het is denken
vanuit het behouden van macht. Het is beschamend om te ervaren hoe zo het
mandaat van de kiezer wordt gebruikt.
Ik klink bitter, maar dat ben ik ook.
Alle mooie praat ten spijt kan ik geen andere conclusie trekken.
Geachte leden van de commissie, het woord is aan U.
Het is aan U dit gevoerde beleid te sanctioneren of nu te luisteren naar
al diegenen uit de bevolking die de afgelopen weken U in alle toonaarden
hebben toegeroepen dit college een halt toe te roepen.
Het is de hoogste tijd dat U Uw individuele verantwoordelijkheid neemt. Uw
kiezers rekenen op U!
En wilt U van mij dan ook nog eens horen waar wij ons zorgen over
maken?
Welnu: In punten dan maar
Ten eerste: De omvang en de intensiteit van de voorliggende bebouwing.
Geen weldenkend mens kan zich hierbij meer een dorps karakter voorstellen.
Het is te gek voor woorden. Maximaal steen en minimaal groen. Het is een
schande dat een beherende gemeente iets dergelijks voorstelt. De bewoners
willen deze intensiteit niet. Er moet leefruimte blijven en speelruimte
voor kinderen. Wij willen geen hoogbouw en ook geen woontorentjes. En met
mijn ‘hoogtebeleving’ is het wel in orde, maar hoe is het met die van
U?
En denkt U ook nog eens aan Uw eigen verkiezingsprogramma. Er is een goede
kans dat U destijds ons kiezers een aanzienlijk minder intensieve
bebouwing heeft voorgehouden. Wij denken daar aan terug. De keus is aan U.
Ten tweede: De infrastructurele problemen. Het college geeft aan
dat men zich bewust is van de problemen maar heeft geen antwoorden. Zou
het niet verstandiger zijn eerst te kijken of er gezien de beperkingen
eigenlijk wel zoveel mogelijk is alvorens plannen te maken het gebied nog
verder te belasten.
Ten derde: De grondwaterproblematiek. Ook hiervoor verwijst het
college naar een later tijdstip. Wij vragen ons af: Heeft men eigenlijk
wel inzicht in de omvang van de problemen. Zou het niet zo kunnen zijn dat
de ingewikkelde waterbeheersingssituatie ter plaatse een zo intensieve
bebouwing helemaal niet toelaat? Vragen, maar geen antwoorden.
Ten vierde: de Geluidsproblemen. Het is toch werkelijk een farce
dat de beoogde bebouwing zelf moet dienen als geluidsbescherming tegen het
spoorweg en verkeerslawaai. Men moet daarbij goed bedenken dat het college
nog recent de mogelijkheid heeft gehad het spoor als geluidsbron verder te
isoleren en zo ook de nieuwe norm geldend van af het jaar 2000 te kunnen
realiseren. Men kiest er echter voor omgevingslawaai te accepteren, huizen
te isoleren en men heeft zelf de moed ontheffing van de norm te willen
aanvragen. Naar mijn mening een voorbeeld van onbehoorlijk bestuur.
Geachte leden van de commissie, samenvattend vragen wij U:
- af te zien van het verlenen van uw medewerking aan dit buitensporig
bouwen
- de inspraaktermijn te verlengen met 1 maand
Commissieleden, het is aan U.
U heeft ons kunnen horen, mijn vraag aan U: heeft U geluisterd?
Ik dank U
|