13-11-1999

Dé therapie voor Maarssen: praten

Door Eddy Steenvoorden

MAARSSEN - Als je een tijger wilt doden, heb je een hoop speren nodig. Deze beeldspraak gebruikte professor A. Dunning precies een week geleden tijdens een debat over de verhouding tussen burger en politiek in Maarssen. Het beëindigen van een ongewenste situatie is vaak een kwestie van kleine stapjes zetten, wilde de professor maar zeggen.

Het debat zelf wás zo'n kleine stap. Bewoners- en belangenverenigingen hadden het georganiseerd, onder andere omdat ze vinden dat de communicatie tussen burgers en politiek verbeterd moet worden, met name wanneer het gaat om het bouwbeleid.

Onduidelijkheid in de communicatie heeft in elk geval de afgelopen weken een belangrijke rol gespeeld in alle opwinding over de bouwplannen, een paar kleinere in Maarssen-dorp en het grote plan voor de Maarsser Brug-locaties. Zo is er een Babylonische spraakverwarring ontstaan over de verschillende soorten inspraak- en informatiebijeenkomsten. Als de gemeente tijdens een bijeenkomst laat weten dat reacties van burgers worden verwerkt in de plannen, is het voor de omwonenden frustrerend te horen dat een nieuw appartementencomplex uiteindelijk groter in plaats van kleiner wordt. De gemeente kan weliswaar goede argumenten hebben niet aan wensen van omwonenden tegemoet te komen, maar het is in zo'n geval extra noodzakelijk dat de gebruikte argumenten duidelijk overkomen.

Aan die zorgvuldigheid heeft het meerdere keren ontbroken. Als gemeente maak je je bijvoorbeeld belachelijk door in de beantwoording van vragen te verwijzen naar een paragraaf die helemaal niet bestaat. En wethouder Gerrietsen (ruimtelijke ordening) heeft inmiddels zó vaak gebruik gemaakt van het cliché 'dat nemen we mee', dat hij in de volksmond de 'meeneem-wethouder' is gaan heten.

Communicatie

De politiek heeft erkend dat ze tekort is geschoten in de communicatie en heeft beterschap beloofd. De komende weken, wanneer begonnen wordt met informatiebijeenkomsten over de Maarsser Brug-locaties, zijn wat dat betreft al een graadmeter. Het is dan aan de bestuurders om de inwoners, die zich (al dan niet terecht) overvallen voelen, ervan te overtuigen dat het 'slechts' gaat om een flexibel 'rekenmodel' en niet om een 'afgetimmerd' bouwplan.

Aan de andere kant is het aan de bewoners hun bezwaren op redelijke wijze kenbaar te blijven maken. Ze zijn de afgelopen weken soms te ver doorgeschoten in hun kritiek door politici te beschuldigen van gebrek aan integriteit, zonder daarvoor het bewijs te leveren. Dat is niet juist, maar geeft wel aan hoe groot de ongenoegens zijn onder de bevolking, en hoe serieus de gemeente werk moet maken van het verbeteren van de communicatie.

De eerste signalen zijn bemoedigend. Onder inspirerende leiding van Dunning debatteerden burgers én politici vorige week op een constructieve manier over de impasse. De politiek toonde zich bereid de hand deels in eigen boezem te steken en bewoners voelden zich niet te goed om burgemeester Schouwenaar een applaus te geven na een betoog waarin hij het óók voor de gemeente opnam. Veel praten, helder en zorgvuldig, dat is de therapie die Maarssen de komende tijd nodig heeft. Want dat die tijger dood moet, daar is iedereen het over eens.