Inspraakreactie Dorpsraad Maarssen over het voorontwerp bestemmingsplan Maarsser Bruglocaties

De doelstelling van de Dorpsraad is een goed leefklimaat te scheppen en te behouden ten behoeve van de bevolking van Maarssen-dorp en meer in het algemeen het bevorderen en behartigen van de belangen van haar inwoners. Vanuit die optiek is in de algemene ledenvergadering van 18 januari 2000 de mening van de Dorpsraad over het voorontwerp bestemmingsplan samengevat in de volgende hoofdpunten.

1. Planopzet.

De planopzet past niet bij het dorpse karakter van Maarssen (het sluit ook niet aan bij de structuurschets en de verkiezingsprogramma's van de politieke partijen).

Toelichting:

Maarssen heeft duidelijk een dorps karakter met hoofdzakelijk laagbouw. Het middengebied van de plandelen past uitstekend in het omgevingsbeeld. De toegestane hoogte van de bebouwing langs het kanaal, op het terrein van De Wolfshoek en vooral die langs de Verbindingsweg/Straatweg tast daarentegen het dorpse karakter aan.

De stedenbouwkundige motieven die voor deze opzet in de plantoelichting worden gebruikt, zijn nogal gezocht. In Maarssenbroek zijn, net als in Maarssen-dorp, vrijwel alle woningen eengezinswoningen. Bisonspoor is daarop een uitzondering, maar dat is ook duidelijk herkenbaar. Het nu te ontwikkelen gebied in Maarssen-dorp heeft daarmee geen enkele relatie.

Ook spoort het voorliggende planontwerp niet met de door de gemeenteraad eerder vastgestelde structuurschets, en het beantwoordt niet aan de doelstellingen van de meeste in de gemeenteraad vertegenwoordigde politieke partijen. De structuurschets gaat uit van een veel geringer aantal hier te bouwen woningen.

2. Aandacht voor langzaam verkeer.

In de nota van uitgangspunten is veel aandacht besteed aan verbeteringen van voorzieningen voor het langzaam verkeer. Op grond daarvan waren er in het vorige plan diverse voorzieningen opgenomen, die in deze opzet niet meer terug zijn te vinden: twee fietstunneltjes onder de Verbindingsweg en Straatweg, een aansluiting van het Stationsplein op de Westkanaaldijk en een "stijgpunt" bij de brug. Die voorzieningen zijn nodig.

Toelichting: Goede voorzieningen voor kwetsbare verkeersdeelnemers zijn hard nodig.

Het is vreemd dat de eerder geplande tunneltjes onder de Verbindingsweg en Straatweg niet meer in het plan zijn opgenomen en dat daarvoor verder geen motivering wordt gegeven. Woningbouw op de taluds zou overigens de aanleg van tunneltjes niet meer mogelijk maken.

Een goede verbinding tussen Stationsplein en Westkanaaldijk voor langzaam verkeer is ook van belang. In het plan spoorverdubbeling van Railinfrabeheer was ter vervanging van de bestaande overweg een tunneltje voor langzaam verkeer gepland. De gemeente vond echter dat de overweg wel dicht kon en heeft in principe voor een nieuwe traverse gekozen. Op de getoonde maquette is echter van een aansluiting op de Westkanaaldijk voor fietsers niets meer terug te vinden.

3. De effecten van uitvoering van dit plan voor de omgeving en Maarssen-dorp worden onderschat.

Elk bestemmingsplan lijkt op zichzelf te staan. Een overall visie -zoals wel vastgelegd in de structuurschets- ontbreekt.

Een paar aandachtpunten:

  • Er wordt veel geklaagd over spoorweglawaai. Weliswaar zullen er straks voorzieningen worden genomen, maar de hoge bebouwing die in dit plan langs de Verbindingsweg is opgenomen zal waarschijnlijk het geluid van de treinen reflecteren in de richting van de aangrenzende wijken, terwijl het verkeersgeluid op de Verbindingsweg door die bebouwing juist richting dorp wordt gestuwd.
  • Maarssen vergrijst de komende jaren zeer sterk. Vooral in Maarssenbroek zal zich dat manifesteren. Dat betekent dat er nieuwe voorzieningen nodig zijn, maar daarvoor is binnen de bebouwde kom straks geen ruimte meer als alles wordt volgebouwd.
  • Meer woningen betekent meer inwoners en een grotere druk op de voorzieningen in het dorp. Maar in het voorontwerp bestemmingsplan centrum wordt planologisch geen rekening gehouden met bijvoorbeeld de aanleg van meer parkeerplaatsen in het centrum of het meer concentreren van winkels voor eerste levensbehoeften.
  • Op 7 april 1997 heeft de gemeenteraad een notitie Volkshuisvesting vastgesteld. In die notitie zijn uitgangspunten voor het nieuwbouwbeleid in de komende jaren vastgelegd (blz. 16). Het voorliggende plan houdt helemaal geen rekening met die uitgangspunten. De bewuste notitie wordt niet eens genoemd! En ook de uitkomsten van het onderzoekrapport Woningmarkt in beweging hebben bij de planopzet geen rol gespeeld.
  • De boerderij waarin o.a. het jongerencentrum "Confetti" is ondergebracht, moet worden gesloopt voor de spoorverdubbeling. De gemeente heeft daarbij op onteigeningsbasis een vergoeding gekregen voor herbouw. Maar in het plan is niets te vinden over vervangende voorzieningen. Zijn die voorzieningen niet meer nodig? De Dorpsraad vindt van wel. Belangrijk is ook dat de jeugd kan beschikken over "informele" ruimte. Ook daarmee is wordt in het voorontwerp geen rekening gehouden.
  • Trapveldje en skatebaan worden verplaatst naar de oever van het Amsterdam Rijnkanaal. Rijkswaterstaat houdt echter vast aan verbreding van het kanaal met 20 meter. Daarnaast moet nog 10 meter vrij blijven als calamiteitenzone. Dat kan dus betekenen dat de te verplaatsen jeugdvoorzieningen in de toekomst weer moeten verwijnen. Waar kunnen die dan heen?
4. Een andere (betere) invulling van de Maarsser Bruglocaties is goed mogelijk.

Bij de presentatie van vorige plannen is regelmatig gezegd dat een beleidsuitgangspunt is dat de bijzondere voorzieningen uit de opbrengst van de plannen bekostigd moeten worden.

De indruk wordt daardoor gewekt alsof voorzieningen alleen maar tot stand kunnen komen wanneer nieuwe bouwplannen worden ontwikkeld. Als dat inderdaad zo zou zijn, dan zou er iets mis zijn met het financiële beleid van de gemeente. Dan zouden immers gemeenten die geen enkele mogelijkheid hebben voor enige nieuwbouw (en dat zijn er nog veel) hun woonklimaat snel zien verslechteren! Maar gelukkig werkt dat niet zo. Voorzieningen moeten door de gewone inkomsten bekostigd kunnen worden en daaruit moeten ook verbeteringen van die voorzieningen betaald kunnen worden, zij het soms met enige financiële steun van andere overheden. Alleen als het gaat om voorzieningen binnen een bepaald bestemmingsplan, of nodig als gevolg van de uitvoering van dat bestemmingsplan, behoren de kosten daarvan ten laste van dat plan te worden gebracht.

Er kan en mag dus geen koppeling worden gelegd tussen de uitvoering van bepaalde bouwplannen en de realisatie van voorzieningen die los staan van het plan.

Gelukkig is de getoonde verkavelingopzet een rekenmodel. Met de bijdragen die van Railinfrabeheer zijn ontvangen kunnen al een aantal nieuwe voorzieningen tot stand komen. En omdat de grond binnen de Maarsser Bruglocaties grotendeels gemeente-eigendom is, levert dat bij verkoop altijd geld op. Het hoeft dan ook weinig problemen op te leveren om veranderingen in de voorlopige opzet door te voeren.

De opzet van de verkaveling in het midden van het plangebied aan de dorpse kant is aantrekkelijk. Het beeld wordt echter verstoord door de gesuggereerde en hooggelegen bebouwing direct langs de Verbindingsweg en de relatief forse bebouwing langs het kanaal en op het terrein van De Wolfshoek. Die bebouwing sluit ook niet aan op het karakter van de aangrenzende oudere wijken en een relatie met de beoogde "30-er jaren stijl" is ook moeilijk te ontdekken.

Als we nu kijken naar wat de wensen van de bevolking zijn en zeker ook de beloften in de verkiezingsprogramma's van de in de gemeenteraad vertegenwoordigde politieke partijen, dan kunnen die wensen aldus worden samengevat:

  • bouwen naar aard en schaal van de omringende bebouwing (dus geen flats of dergelijke)
  • een ruime opzet met voldoende open(bare) ruimte
  • handhaven van speelgelegenheid en hondenuitlaatroute
  • handhaven van de Onderdijk met boomstructuur
  • een goede bereikbaarheid van Maarssen en Maarssenbroek, zeker voor langzaam verkeer, waarbij de veiligheid van voetgangers en verkeer zeer belangrijk is
  • zoveel mogelijk bouwen voor de lokale behoefte (nota van uitgangspunten en woningmarktonderzoek Companen)
  • rekening houden met de ecologische hoofdstructuur, dus in de bermen van Verbindingsweg en Straatweg geen bebouwing.
  • aandacht voor de consequenties van bebouwing zoals een goede ontsluiting, voorzieningen tegen verkeershinder en voldoende parkeergelegenheid

Aan die wensen kan in belangrijke mate worden voldaan:

  • De Onderdijk handhaven en de bebouwing direct langs de Verbindingsweg en Straatweg laten vervallen. Daardoor zullen de geluidwerende voorzieningen langs de Verbindingsweg ook "kleinschaliger" kunnen zijn (zie Breukelen - Broekland). De Onderdijk kan voor een deel als route voor langzaam verkeer dienen.
  • Tunneltjes voor fietsers en voetgangers in het plan op te nemen onder de opritten naar de Maarsserbrug (vergelijk de vorige verkavelingopzet)
  • Verkavel het binnenterrein in de geest zoals in het ontwerp-plan is opgenomen.
  • Vervang de hogere bebouwing langs het kanaal en ook op het terrein van De Wolfshoek (zie hierna) door lagere bebouwing . Denk daarbij ook zeker aan voorzieningen voor ouderen en groepswonen.
  • De mogelijkheid van nieuwbouw van een brandweergarage bij de hooggelegen rotonde Straatweg-Verbindingsweg laten vervallen. Het terrein van de Wolfshoek lijkt, als men toch kiest voor nieuwbouw, veel beter daarvoor geschikt.
  • Realiseer het plan niet te snel, zodat hier vooral mensen komen te wonen met een lokale of regionale binding.
 Naar boven